Moeder gebruikt handige tip om kind rustig te maken in winkel: ‘Wat is het probleem?’
Patricia, een moeder van 45 uit Amsterdam, ziet het geven van een koekje aan haar vierjarige zoon Michel tijdens het boodschappen doen niet als een probleem.
Tijdens het ontspannen winkelen, geniet Michel zichtbaar van het lekkers. “Mama, ik wil een koekje!” roept hij enthousiast.
Zonder aarzeling pakt Patricia een pak koekjes, opent het en geeft hem er één. Voor haar is dit een eenvoudige manier om het winkelen vlotter te laten verlopen.
Patricia trekt zich weinig aan van mensen die haar acties vreemd vinden. “Wat is het probleem? We rekenen alles netjes af bij de kassa,” zegt ze rustig.
Voor haar is dit een praktische oplossing. “Michel blijft rustig en blij, en ik kan zonder gedoe mijn boodschappen doen.”
Toch merkt Patricia op dat niet iedereen begrip heeft voor haar aanpak. Soms ontvangt ze afkeurende blikken of hoort ze gefluister van andere klanten.
Ze vertelt: “Sommige mensen denken dat Michel zomaar dingen kan pakken zonder te betalen, maar we betalen alles gewoon, dus ik zie het probleem niet.”
Volgens haar, is het vooral een kwestie van efficiëntie: “Als ik Michel dat koekje niet geef, begint hij te zeuren of wordt hij onrustig. Dit maakt het winkelen voor ons allebei makkelijker.”
Naast het gemak voor haar zoon, geeft Patricia toe dat het haar ook helpt om de stress van het winkelen te verminderen, vooral na een lange dag werken.
“Soms wil ik gewoon snel mijn boodschappen doen zonder gedoe,” zegt ze glimlachend. “Als een koekje hem tevreden houdt, dan is dat voor ons beiden beter.”
Onlangs kreeg Patricia echter een reactie van een boze klant in de supermarkt: “Er was een vrouw die me kwaad aankeek toen ze zag dat Michel al halverwege het pak koekjes was voordat we bij de kassa waren,” herinnert ze zich.
Mischa P.
Hoi. Ik ben Mischa P., altijd nieuwsgierig en vol vragen. Als onderzoeksjournalist duik ik diep in elk verhaal, op zoek naar de naakte waarheid. Dit artikel? Een klein stukje van mijn wereld, recht uit het hart.