Drie maanden geleden arriveerde Omar in Nederland, in de hoop op een veilige en stabiele toekomst. Sindsdien verblijft hij in een asielzoekerscentrum (AZC), maar hij heeft het er moeilijk mee.

De drukte, het gebrek aan privacy en de lange wachttijden zorgen voor frustratie. “Hier is geen privacy, het is kil en koud en niets wijst op een huiselijke sfeer,” vertelt hij.
Het AZC waar Omar verblijft, zit bomvol. Net als vele anderen moet hij een kamer delen met meerdere mensen, waardoor rust en persoonlijke ruimte schaars zijn.
“Je leeft hier met zoveel mensen op een kluitje, dat je nauwelijks tijd of plek hebt om tot jezelf te komen,” zegt hij. Voor iemand die uit een moeilijke situatie is gevlucht, is dit extra zwaar.
Naast de drukte ervaart hij de leefomstandigheden als kil en onpersoonlijk. “Alles voelt tijdelijk en onzeker. Het is geen plek waar je je thuis voelt.” Hoewel er basisvoorzieningen zijn, mist hij een warme en huiselijke omgeving.
Als asielzoeker krijgt Omar een kleine financiële bijdrage om in zijn dagelijkse behoeften te voorzien. Dit bestaat uit leefgeld en kleedgeld, bedoeld voor eten, drinken en kleding. Maar volgens hem is dit lang niet genoeg.
“In de stad zijn goedkope winkels, maar ik wil er graag goed en netjes bijlopen en merkkleding kost meer.” Hij baalt ervan dat hij geen geld heeft om te besteden zoals hij zou willen.
Voor Omar voelt het alsof hij beperkt wordt in zijn vrijheid. “Ik wil niet afhankelijk zijn van liefdadigheid of goedkope spullen. Ik wil gewoon de mogelijkheid hebben om mijn eigen keuzes te maken.”
Wat Omar vooral niet begrijpt, is waarom hij niet gewoon een eigen woonruimte krijgt. “Waarom zoveel mensen in een asielzoekerscentrum?”
”Waarom geven ze mij niet gewoon een klein appartementje zodat ik rust en privacy heb?” vraagt hij zich af. Hij voelt zich in het AZC niet als een individu behandeld, maar eerder als een nummer in een systeem.
Zijn frustratie groeit door de lange wachttijden en de onzekerheid over zijn toekomst. “Ik moet zelfs heel erg lang wachten op alles en dan maar hopen dat ik überhaupt in Nederland mag blijven.”
De procedure kan maanden, soms zelfs jaren duren. In die tijd mogen asielzoekers beperkt werken en is er weinig perspectief op een snelle vooruitgang.
Volgens Omar zou de Nederlandse overheid meer moeten doen om vluchtelingen een menswaardig bestaan te bieden.
Hij vindt het ronduit schandalig dat de opvangomstandigheden zo karig zijn en dat het systeem zo traag werkt.
“Er wordt niet goed voor ons gezorgd. We vluchten niet voor niets, en dan kom je hier en zit je maanden vast in onzekerheid.”
Toch blijft hij hopen op een betere toekomst. “Ik wil gewoon een kans krijgen om een nieuw leven op te bouwen.”
”Een plek om te wonen, werk om zelf mijn geld te verdienen en de mogelijkheid om iets van mijn leven te maken.” Tot die tijd blijft hij wachten, in een druk en koud AZC, waar de dagen zich langzaam voortslepen.
Drie maanden geleden arriveerde Omar in Nederland, in de hoop op een veilige en stabiele toekomst. Sindsdien verblijft hij in…