Premier Dick Schoof heeft fel gereageerd op de verstoring van het Bevrijdingsfestival in Wageningen, waar maandagmiddag een rookbom werd gegooid in de richting van hem en de Poolse premier Donald Tusk.

“Demonstreren is een goed recht in Nederland. Maar ik vind het niet fatsoenlijk om dat op 4 of op 5 mei te doen,” zei Schoof, kort nadat hij het traditionele bevrijdingsvuur had ontstoken.
Het interview met de premier werd uiteindelijk binnen afgenomen, omdat demonstranten op afstand leuzen als “Free Palestine” riepen.
De premier vond dat het moment en de locatie van het protest niet passend waren. De actie leidde tot onrust op het hoofdpodium, waar het festival in het teken stond van vrijheid en herdenken.
Schoof benadrukte dat protesteren mag, maar pleitte ook voor respect rondom herdenkings- en bevrijdingsdagen.
“Ik vind het vooral erg jammer. Demonstreren, en daarmee de vrijheid van meningsuiting, is een cruciaal onderdeel van de vrijheid. Dus ik ga niet zeggen dat het niet kan, maar ik vind het wel jammer dat het op deze dagen gebeurt.”
Hij antwoordt nuchter als hij de vraag krijgt of hij zich persoonlijk aangevallen voelt door de felle kritiek: “Ik ervaar de woede niet als iets dat op mij persoonlijk wordt gericht.”
”Maar ik ben wel de minister-president van dit land. Dat het zich dan op mij richt als ‘doe er wat aan’, dat snap ik wel.”
Schoof noemt het ‘ongepast’ en ‘onterecht’ dat iemand de vergelijking maakte met de NSB. Het moment dat hij het podium op kwam in Wageningen klonk er boegeroep.
Er werd een rookb0m op het podium gegooid en Dick laat weten dat hij dat ‘ongepast vindt’. ”Dat er dan toch iemand is die denkt dat die dat mag doen.”
De minister-president Dick Schoof en Tusk werden na het gooien van de rookb0m van het podium begeleid.
Even later verschenen ze weer en stak Schoof het bevrijdingsvuur aan. “Gelukkig konden we dat nog wel doen”, aldus Schoof. “Het vieren van de vrijheid staat centraal.”