Bijna niemand weet het: Welke voertuigen mogen eerst rijden?

Ken je die spanning van toen je de verkeersregels instudeerde om je rijbewijs te halen? Dat was een tijd geleden, maar het is nog steeds belangrijk om die kennis paraat te hebben.

Ook al heb je al vele kilometers afgelegd, het blijft van groot belang om de verkeersregels te begrijpen en op te volgen. Laten we daarom even stilstaan bij een ingewikkelde verkeerssituatie.

Denk terug aan de tijd dat je verkeersborden en -regels leerde, en hoe dit bijdroeg aan de veiligheid op de weg en een vlotte doorstroming van het verkeer.

Een van de belangrijkste onderdelen van het theorie-examen was het geven van voorrang, iets wat simpel lijkt maar in de praktijk voor de nodige uitdagingen kan zorgen. Het is dus essentieel om de voorrangsregels goed onder de knie te hebben.

Op de afbeelding hieronder wordt een kruispunt getoond met vier voertuigen: een rode auto, een motor, een groene vrachtwagen en een witte bus.

De rode auto is op weg naar het kruispunt en wil linksaf slaan, terwijl de motor rechtdoor wil rijden vanuit de tegenovergestelde richting.

Rechts van de rode auto staat de groene vrachtwagen, die ook van plan is om rechtdoor te rijden, en aan de linkerzijde bevindt zich de witte bus, die ook van plan is om rechtdoor te rijden.

De vraag is: volgens de voorrangsregels, wie heeft voorrang om als eerste het kruispunt over te steken en wie als laatste?

In deze situatie heeft rechtdoorgaand verkeer altijd voorrang op afslaand verkeer. Dit betekent dat de rode auto, die wil afslaan, moet wachten.

Voor de andere voertuigen geldt dat de witte bus van rechts ten opzichte van de motor staat en dus voorrang heeft.

De volgorde is als volgt:

1. De witte bus heeft als eerste voorrang.
2. Daarna mag de motor rechtdoor gaan.
3. Vervolgens komt de groene vrachtwagen aan de beurt.
4. Als laatste mag de rode auto afslaan.

Correct toepassen van voorrang op het kruispunt volgens geldende verkeersregels.